Ruim vier maanden schreef ik voor de Volkskrant een column over mijn ervaringen in de thuiszorg. Onlangs werd mijn contract met de thuiszorgorganisatie waarvoor ik werkzaam ben verlengd. Bovendien kreeg ik van de krant deze mail:
‘Hoi Dirk, morning! had jij nou nog meegekregen dat er behoorlijk wat lezersbrieven kwamen na jouw laatste column? Je wordt gemist!’
Reden genoeg om nog een tijdje door te gaan met het beschrijven van mijn avonturen. Dit is mijn eerste post-Volkskrant column.
Veel leesplezier!
Wilt u de column geheel gratis en voor niets elke week in uw mailbox? Stuur dan een mailtje naar:
info@hausmannart.nl met de vermelding ‘column’. Ik beloof u hierbij plechtig dat u alleen de column krijgt toegestuurd, en geen informatie over de prachtige boeken die ik via deze site verkoop…
Sokjes
Ik zet mijn fiets aan de waterkant en zie beneden mij in de gracht twee meerkoeten druk bezig met het voeren van hun kroost. Omdat ik iets te vroeg ben voor mijn afspraak, heb ik tijd om nog wat langer te genieten van het prille leven hier in de gracht.
Als ik de kamer binnenkom is N. bezig met het opmaken van het bed. Ik stel voor dat ik het van haar overneem, maar ze zegt dat ze bijna klaar is. En inderdaad, twee minuten later komt ze op de stoel tegenover mij zitten. Ze is vrolijk en voelt zich beduidend beter. Trots vertelt ze dat ze zelfs al weer een keer boodschappen heeft gedaan. Een hele prestatie, gezien het feit dat ze drie steile trappen moet beklimmen, voor ze haar etage heeft bereikt.
Dan kondigt ze aan dat ze haar haar gaat kammen. Genoeg gepraat, weet ik, ik moet aan de slag.
Zoals altijd zuig ik het hele appartement. Deze keer echter volg ik niet N.’s advies om alles op z’n plek te laten staan. Ik kom met de slang op plaatsen die niet zo voor de hand liggen. Met als gevolg dat ik in mijn enthousiasme twee van N.’s witte sokjes opzuig. Het is gebeurd voor ik er erg in heb. De combinatie van een goed functionerende stofzuiger en mijn afdwalende gedachten maakt dat ik het ‘plop, plop’ net even te laat registreer. Ik zet de stofzuiger uit, doe de klep open en peuter wat in de zak. Het levert niets op. Uiteindelijk besluit ik ze gewoon te laten zitten, en de stofzuigerzak open te knippen als hij aan vervanging toe is. Tot die tijd blijft het sokjesincident mijn geheim. Waarschijnlijk is N. allang vergeten dat ze daar lagen.
Terwijl ik verder ga met mijn werkzaamheden, begint het in mijn hoofd te spoken. Wat als ze de sokjes nu wél gaat missen? Bovendien is het mij, elders weliswaar, al eerder gebeurd, en ik wil niet dat ik straks bij de zorgorganisatie te boek sta als sokjesfetisjist.
Tijdens het afstoffen valt me op dat de pick-up die in de kast met jazzplaten staat niet is aangesloten. Zou N. überhaupt nog wel eens luisteren naar al die platen? Of was jazz toch vooral de hobby van haar man? In de drie keer dat ik hier nu ben geweest stond de radio steevast afgestemd op Sky Radio. Met het volume hoog.
Aan het eind gekomen van mijn sessie vraagt N. of ik nog iets wil drinken. Koffie of thee? Het is de eerste keer dat ze me, behalve een flesje bronwater of een blikje cola voor de terugweg, iets aanbiedt. Ze heeft duidelijk nog behoefte aan een praatje. Ik zie mijn kans schoon en leg toch maar een bekentenis af aangaande de sokjes.
‘Oh’, reageert ze nuchter, ‘ik heb nog zo’n stuk of dertig paar. Het heeft absoluut geen haast.’
Opnieuw laat ze weten dat ze zich zoveel beter voelt. Dat had ze nooit verwacht.
‘Binnenkort heb ik geen hulp meer nodig.’
Ik merk op dat zonder mij het huis zeer waarschijnlijk weer rap in de vervallen staat zal terugkeren waarin ik het aantrof.
‘Zo, jij durft.’
‘Jij begon’, werp ik quasi verontwaardigd tegen. Ze glundert.
Als ik op de gang mijn jas sta aan te trekken hoor ik het falsetto van Barry Gibb. Sky Radio heeft weer eens een klassieker uit de kast getrokken: ‘Staying Alive’.